Blog | Omarm het leven in 2024

Afgelopen zomer zat ik met vriendinnen op een terras, toen een wesp in de heerlijke zoetzure saus voor onze kaasstengels terechtkwam. Hij kon niet meer wegvliegen. Veel mensen vinden wespen vervelend, zeker als je aan het eten bent. We leren onze kinderen de angst al vroeg aan door altijd te waarschuwen om voorzichtig te zijn en dat beeld versterken we door met elkaar alle nare prikervaringen te delen. Maar wespen zijn net zo nodig voor ons ecosysteem als de wat toegankelijkere vlinders en bijen. Dus ik heb, terwijl we aan het kletsen waren, telkens een stukje saus van de vleugels van de wesp afgedept, tot hij ze weer kon bewegen. Na een korte rustperiode sloeg hij zijn vleugels uit en vloog weg. De vreugde die ik ervoer!

‘Ik heb nog nooit iemand met zoveel toewijding een wesp zien redden’, zei een van mijn vriendinnen. Terwijl die vriendinnen weten dat ik van de natuur houd (net als zijzelf overigens) en we daar vaak woorden aan geven, verwonderden ze zich alsnog over de praktische uitwerking van mijn verbondenheid met de natuur die op dat moment om ons heen was.

Een hoornhaar eet een libelle die vastzit in een spinnenweb
(foto gemaakt door Janneke Pikkert-Van Hulst)

 

Het is makkelijk om te houden van de mooie dingen in de natuur. We zien God in de (bio)diversiteit, in de seizoenen en de schoonheid om ons heen. We genieten, we vertragen, we laten ons verwarmen en we ontspannen als we buiten zijn. Tegelijk is God ook in de schepping te zien die we soms wat ingewikkelder vinden, zoals in de eikenprocessierups, de aanwezige wesp of een teveel aan plantjes die in de tuin komen aanwaaien en we onkruid noemen. Alles staat in verbinding met elkaar en God vraagt ons om dat goed te beheren, ook de kleine en grote vieze kriebelbeestjes…

Nu we een nieuw jaar zijn begonnen, is dat een mooi moment om na te denken hoe we nóg meer van de natuur kunnen houden. Mijn voornemen voor dit jaar is om wormen te ontwijken bij een wandeling na de regen. Ik omarm de regen als ik naar de andere kant van de stad fiets en weiger om daarover mee te mopperen met anderen. Ik zoek naar een manier om een goed ecosysteem in de tuin te krijgen waardoor ik een minder grote haat-liefdeverhouding met de glibberige naaktslakken ontwikkel. En als ik in huis stofzuig, zuig ik de spinnen niet op, maar vang ik ze en laat ik ze naar buiten. Welk voornemen heb jij?

Als we zo God eren in de dagelijkse praktijk van het leven en bewust kiezen om van ogenschijnlijk irritante beestjes en planten te houden, dan kijken we misschien wel door de stekelige en woekerende braamstruik heen en zien we de brandende braamstruik. Want, zo schreef Ignatius al, God laat zich overal vinden.

De aarde zit boordevol hemel
en elke struik, hoe gewoon ook,
staat in lichterlaaie van God.
Maar enkel hij die het ziet
doet zijn schoenen uit.
De rest zit er omheen
en plukt bramen.

‘Brandende braamstruik’ van Elizabeth Barret Browning


Janneke Pikkert – van Hulst is A Rocha-fan en klimaatburgermeester van Lelystad.

 

 

 


 

Nuttige beestjes, die wespen!

Wespen helpen, net als bijen, bij de bestuiving van planten. Daarnaast vangen ze veel muggen en vliegen om hun larven mee te voeden. Eén wespennest met 5000 werksters vangt per dag al snel 100.000 vliegende insecten. Daarnaast ruimen ze ook de kadavers op van kleine zoogdieren, vogels en kikkers. Niet meer doden dus, die nuttige beestjes. Verjagen kan wel natuurlijk. Bijvoorbeeld door een nepwespennest te plaatsen of een geur die ze niet fijn vinden (lavendel, tea tree of knoflook bijvoorbeeld). Zelf een beetje in de wind zitten helpt ook. En wist je dat een dode wesp een stof uitscheidt die andere wespen agressiever maakt? Daarmee maak je de kans groter dat je gestoken wordt. Nog een reden dus om ze niet te doden.

Blog | Wortelen met de bomen mee

modder

Konden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken wat daar gaande is. Anderhalf jaar geleden zouden we waarschijnlijk een niet al te diepe laag worteltjes hebben gezien. Allemaal gelijk aan elkaar. Af en toe een verdwaalde regenworm. En als we een telescopische blik zou hebben waarschijnlijk ook wel de nodige protozoa, nematoden en andere bodemdiertjes.

Behalve dat door de aanplant van veel verschillende bomen en struiken de biodiversiteit boven de grond zal toenemen, merken we dat er onder de grond ook wat verandert. Afgelopen week staken we onze spade in de grond om een gat te graven voor twee pecans en een hican. Hierbij ontdekten we heel wat meer regenwormen dan toen we een jaar geleden bomen aan het planten waren. Ook de nodige molshopen verraden meer leven in de bodeKonden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken. Misschien zouden we roofzuchtige mijten zien, op zoek naar voedsel. Honderden springstaarten die bacteriën verorberen. Groeiende schimmeldraden, die contact met elkaar zoeken om informatie uit te wisselen. De mulchlaag (blad en houtsnippers) van vorig jaar is voor een deel weer verdwenen; versnipperd door de meesterversnipperaars van het bodemvoedselweb: wormen. En in ruil daarvoor laten ze ook nog eens zeer vruchtbare poep achter.

Konden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken. We zouden ons verwonderen over het groeiende bodemvoedselweb en de wortelende bomen en struiken. We zouden ons kunnen realiseren dat wij ook aan het wortelen zijn. Net als onze bomen van elders hier in Bellingwolde geplant. Een deel van onze bomen is gekweekt en voorbestemd om in een voedselbos te aarden, te groeien en te bloeien. Een ander deel is als zaailing op een ‘kansloze’ plek geoogst om elders een nieuw begin te maken. Misschien kunnen we onszelf vergelijken met de eerste groep; voorbestemd en gereedgemaakt om weg te gaan uit een vertrouwde plek en hier te gaan wortelen, deel uit te maken van een heel nieuw web. Een web van verbindingen met mensen hier; buren, kennissen van de voedselcoöperatie en medechristenen. En ook met de omgeving; de reeën die we weer bijna dagelijks zien, de vos die mooi is maar ook gevaarlijk voor onze kippen, de muizen die schattig zijn maar ook aan onze nieuwe isolatie knabbelen, de vele vogels die we horen, zien en soms na een botsing met een raam even mogen laten bijkomen in onze handen. We hoeven niet onder de grond te kijken om te zien dat ook wij wortelen; met de bomen mee.


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.