Een groene Sinterklaas

Het was nog maar begin oktober toen er alweer een dik speelgoedboek door onze brievenbus viel. Gelukkig was ik er als eerste bij en kon ik het nog even verstoppen. Het cadeautjes-seizoen probeer ik altijd zo lang mogelijk uit te stellen: voor je het weet slingeren er overal uitgeknipte verlanglijstjes door het huis en zijn de verwachtingen huizenhoog gestegen.

Ik vind Sinterklaas altijd een beetje een dubbel feest. Het verhaal van een goedheiligman die arme kinderen beschermt en geschenken aan hen uitdeelt, is prachtig. En een gezellige avond met gedichten, surprises en cadeautjes vier ik al mijn hele leven graag. Maar Sinterklaas lijkt steeds meer een over-de-top feest te worden met zo veel mogelijk snoep en cadeaus. Sinterklaas heeft tegenwoordig een hele vloot containerschepen nodig om alle goedkoop gemaakte plastic rotzooi te vervoeren naar Nederland, zodat onze kinderen het kunnen uitpakken en vervolgens in een hoekje kunnen gooien (en het na twee weken kapot in de afvalbak belandt). Dat lijkt me niet de manier waarop diezelfde kinderen nog heel lang kunnen genieten van deze aardbol.

In de afgelopen vijftien jaar heb ik daarom al heel wat manieren uitgeprobeerd om een alternatief Sinterklaasfeest te vieren. Ik deel ze graag: misschien raak je erdoor geïnspireerd om Sinterklaas dit jaar eens anders aan te pakken!

De vier-cadeautjesregel

Deze regel is vooral met jongere kinderen heel erg bruikbaar. Uit onderzoek blijkt dat kinderen bij het krijgen van drie cadeautjes eigenlijk al genoeg input hebben. Een goed idee dus om het bij vier cadeautjes te houden (waarvan twee meestal niet eens speelgoed). Die vier cadeautjes zijn:

  • Iets wat ze graag willen hebben – iets van speelgoed binnen een budget dat je zelf vaststelt. Liefst tweedehands natuurlijk.
  • Iets wat ze nodig hebben – een praktisch cadeau, zoals douchegel, tekenpapier of een mooi dekbedovertrek.
  • Iets om te dragen – dat spreekt voor zich, denk aan wanten, laarzen of onderbroeken.
  • Iets om te lezen – een mooi (voorlees)boek

Sinterklaas-in-een-dag

In ons gezin steeg de spanning in de weken voor Sinterklaas soms tot grote hoogte. Om het feest wat meer in te kaderen, bedachten we Sinterklaas-in-een-dag. We vertelden de kinderen dat Sinterklaas een feest is waarbij je iets voor elkaar doet, en dat ze daarom allemaal een cadeautje voor elkaar mochten kopen. Op een zaterdagochtend trokken we lootjes en gaven we ieder kind een klein bedrag. Vervolgens lieten we ze los in het centrum om iets voor elkaar en ons te kopen (waarbij het de sport was om elkaar niet tegen te komen). In de middag maakte iedereen een gedicht en/of surprise en rond etenstijd hadden we dan onze ‘pakjesavond’. Erg leuk, want zo ligt de focus meer op iets voor elkaar doen dan op de cadeaus. En met een klein bedrag ontstaat er vaak meer creativiteit om echt iets leuks te vinden (misschien moet je vooraf bepaalde winkels dan wel uitsluiten). Ook met jongere kinderen kan dit: onze jongste deed dan gewoon mee met een van de ouders.

Sint shopt tweedehands

Tegenwoordig is het eigenlijk niet meer nodig om speelgoed nieuw te kopen. Alles is tweedehands te koop, het vraagt alleen iets meer zoektijd. Begin op tijd met rondspeuren op Marktplaats, op Vinted, in weggeefhoeken en vergeet vooral de speelgoedruilbeurzen niet die in november vaak overal plaatsvinden.

Wanneer je lootjes trekt, kun je met elkaar afspreken dat je alleen tweedehands cadeaus koopt. In de verlanglijstjes kun je hier dan al rekening mee houden. Het is ook leuk om met elkaar naar een grote kringloopwinkel te gaan en daar rond te struinen.

Sint voor een ander

In de Middeleeuwen mochten de arme kinderen hun schoen zetten in de kerk en stopten de rijken daar iets in. Een mooi verhaal en nog steeds actueel. In de sinterklaastijd kan het ook heel goed zijn om de focus van je kinderen te helpen verleggen naar iets voor een ander doen. Misschien kun je ze aanmoedigen om iets van hun eigen speelgoed te doneren aan een speelgoedbank, kunnen jullie meedoen aan een schoenendoosactie, een kerstpakkettenactie of een bananendoos vullen.

 

Foto: R.F. (Roel) Jorna (bewerkt)


Hannah Zandbergen

Hannah (40) is getrouwd en moeder van drie zoons. Ze is freelance journalist en auteurscoach. Ze is eindredacteur van het christelijke opvoedmagazine Sestra mama. Onlangs schreef ze het Goedenachtboek, een boek dat kinderen helpt om voor het slapengaan tot rust te komen.

Vrede met de natuur

Peter Jan de Vries is Adviseur zorg voor de schepping en namens A Rocha Nederland aanwezig op de Biodiversiteitstop COP16. Hij deelt hier zijn ervaringen met ons.

Overal om me heen staan mensen, het is een zee van kleuren en vormen, een kakofonie van talen. Er zijn mensen in hele nette kleren, in pak, losjes gekleed en in traditionele kledij. Ergens in de mensenmassa zie ik de woorden ‘care for creation’ op een T-shirt staan. Het is bemoedigend om te zien dat ook de kerken hier goed vertegenwoordigd zijn en hun stem kunnen laten horen.

Samen met mensen van over de hele wereld sta ik hier te wachten om de zaal binnen te gaan waar de Biodiversiteits COP16 geopend zal worden. Het doet me denken aan Openbaring 7:9 waar staat: “Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam.”
Iets om naar uit te zien en eens is het zover, maar nu zijn we nog hier in Cali, Colombia met bijna 200 landen samen en staan we voor één van de grootste uitdagingen van onze tijd, een halt toeroepen aan het verlies van natuur, ecosystemen en biodiversiteit. Op dit moment worden ongeveer een miljoen soorten met uitsterven bedreigd, voornamelijk door menselijk ingrijpen.
Tijdens de opening komen verschillende sprekers aan het woord met tussendoor dans en zang uitgevoerd door verschillende inheemse groepen. Dit brengt de nood van de natuur heel dichtbij.

Het thema van COP16 is ‘Vrede met de natuur’ en dat is een mooie slagzin, zeker vanuit de hoek van Colombia, waar al zolang zoveel mensen het slachtoffer zijn geworden van geweld tussen gewapende groepen en het leger. Ze weten hier hoe moeilijk het is om vrede te sluiten, maar ook hoe nodig dat is om verder te kunnen met elkaar. En zo moeten we als wereld ook vrede sluiten met de natuur, want we kunnen niet verder zonder elkaar.
Inheemse groepen hebben weinig stem tijdens de vergaderingen, maar zijn sterk vertegenwoordigd in nevenevenementen. Het betrekken van inheemse groepen bij behoud van ecosystemen en biodiversiteit wordt ook steeds meer als fundamenteel gezien en dat is een goede ontwikkeling.

Bid voor wijsheid voor de afgevaardigden om tijdens deze COP inderdaad gericht te zijn op ‘vrede sluiten met de natuur.’

Zorg voor een fazantenkuiken

22 gram, noteert Anita. Mooi, Lyhyt is weer een gram aangekomen sinds gisterochtend. Nog even proberen of hij zelf ook uit het voerbakje eet als het in zijn hok staat.

In mei verstoorden we per ongeluk het nest van een fazantenhen en haar eieren. Ze kwam helaas niet terug, waarop we besloten om naast de zorg voor bomen en planten de zorg voor deze eieren op ons te nemen. Na 25 dagen in een geleende broedmachine ontdekten we de eerste barsten in een van de eieren. Een dag later kroop het eerste Ukkie uit het ei. Wat een wonderlijk gezicht, zo’n mini vogeltje dat zich uit een ei vecht, met aan elkaar geplakte veertjes. Twee dagen later kroop nummer twee er ook uit; hem/haar noemden we Lyhyt.

Lyhyt bleek een gehandicapt fazantje; één pootje zat in een vreemde hoek aan z’n lijfje vast, waardoor hij niet goed kon staan. Dus maakten we spalkjes. We voerden hem kippenkuikenvoer, gedroogde insecten en later levende krekeltjes die we buiten in het gras vingen. We hielden als een waar consultatiebureau zijn groei in gewicht bij.

Net als Ukkie leeft Lyhyt helaas niet meer. We hebben ruim zeven weken voor hem gezorgd. Maar hoe bijzonder wat we van en door dit vogeltje hebben geleerd. Zo’n teer, kwetsbaar vogeltje in je handen, die vol vertrouwen tegen je aankruipt en in slaap valt op zoek naar warmte en beschutting.

We bedachten hoe zo’n klein diertje ook een hartje heeft dat klopt, en hersentjes. En we zagen hoe dons plaatsmaakte voor echte veertjes. Hoe wonderlijk zit elk levend wezen in elkaar, en wat een levenskracht zit erin. Wat bijzonder dat God dat zo gemaakt heeft, en dat ook dit vogeltje zijn aandacht heeft.

Met onze handen planten we bomen in het VoedselBos, hanteren we hamer en boormachine en doen er allerlei ruige dingen mee. Met onze handen hielden we Lyhyt vast, heel voorzichtig. Hij manoeuvreerde zich zo dat hij lekker lag, liet z’n koppie op een duim rusten en z’n oogjes vielen dicht. En zo bedachten we ook dat God ons in zijn handen houdt. Misschien wel net zoals wij Lyhyt vasthielden, met liefde en tederheid. Omdat wij kwetsbare mensen zijn en God van ons houdt. En ook Gods handen doen sterke dingen, zoals het handhaven van recht en waarheid. Ook daarom mogen we ons veilig voelen bij Hem.

“Kijk dan: die fazant hipt heel gek!” We remmen af op een single track road in Schotland en zien een fazant met een manke poot; hij hipt op z’n andere poot over de weg. Bijzonder dat we dat nu net zien, na onze zorg voor Lyhyt.


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.

Meer dan honing: de impact van bijenhouders op mens en dier

Er wordt geschat dat ongeveer een derde van het voedsel dat we eten afhankelijk is van bijenbestuiving. Als bijen op zoek gaan naar nectar en stuifmeel, brengen ze stuifmeel over tussen planten. Daardoor kunnen planten zich vermenigvuldigen en vruchten en zaden produceren. Dit onmisbare ecologische systeem bevordert niet alleen de biodiversiteit, maar ook de voedselproductie voor mens en dier.

Bijenteelt – het in stand houden van bijenkolonies, meestal in door de mens gemaakte bijenkorven – is heel nuttig. Het is goed voor de biodiversiteit, de gezondheid van bestuivers (dat zijn bijen, maar bijvoorbeeld ook zweefvliegen), en het ondersteunt duurzaam leven. A Rocha-organisaties over de hele wereld zijn bijenteeltprojecten gestart. Deze projecten zijn gericht op het promoten van duurzaamheid, het ondersteunen van gemeenschappen en het behouden van natuurlijke habitats.

A Rocha Kenia begon onlangs een duurzaam bijenteeltproject in het Dakatcha Natuurreservaat, met de aangrenzende gemeenschappen. Het project introduceert bijenteelt bij lokale boeren, en op scholen in Dakatcha krijgen leerlingen onderwijs over bestuivers. Leerlingen van tien scholen deden mee aan de milieu-lessen, waarbij ze bestuivingsvriendelijke tuinen cultiveerden om de bijenpopulaties te ondersteunen. Daarnaast werden vijftien boeren getraind in bijenteelttechnieken en kregen ze bijenkorven, wat bijdraagt aan zowel natuurbehoud als economische empowerment in de regio.

A Rocha Zuid-Afrika startte een bijenteeltproject waarbij de nadruk lag op het levensonderhoud en natuurbehoud van de gemeenschappen. Het opleiden en ondersteunen van gemeenschapsimkers leidt tot duurzamere inkomens en beter milieubeheer. Deze aanpak komt niet alleen de bijenpopulaties en de bestuiving ten goede, maar versterkt ook de relaties tussen gemeenschappen en natuurreservaten, waardoor ecologisch kwetsbare gebieden worden behouden.

De bijenteelt in Ghana versterkt gemeenschappen op economisch vlak en bevordert de bestuiving. In Zwitserland zorgt ​​de bijenteelt voor het behoud van droge weidegronden, wat een positieve invloed heeft op de biodiversiteit. A Rocha UK onderwijst mensen over bestuivers in het stadsgemeenschapsreservaat Wolf Fields, A Rocha Tsjechië biedt een leefgebied voor bijen met ‘insectenhotels’ en A Rocha Libanon bouwt kasten van stampleem en recyclet bijenwas.

Al deze bijenteeltprojecten benadrukken de cruciale rol van bijen in het behoud van biodiversiteit wereldwijd. Het gaat niet alleen om honing; het gaat over het behoud van ecosystemen, het bevorderen van duurzame bestaansmiddelen en het verzekeren van een mooie toekomst, voor zowel de natuur als de maatschappij.

 

 

Dit bericht is in het Engels verschenen op 4 april 2024 op: https://arocha.org/en/beyond-honey/

Wildplukken verbindt met de schepping

Een salade met bloemknoppen van brem, een boterham met kaas en een smakelijke versiering van de rode klaver of een pesto van zevenblad. Allemaal heel smakelijk!

Tijdens (belevings-)wandelingen met groepen mensen laat ik hen graag iets proeven uit de natuur. Voor veel mensen is het verrassend wat er allemaal te eten valt uit de natuur. Dat je van brandnetels soep kunt maken, is wel bekend. Maar verder… En daar begint meteen een dilemma. Want hoe enthousiast maak je mensen voor eetbare natuur? Die brandnetel is misschien een lastige plant in de tuin, maar wel een waardplant voor diverse vlinders. En van de bloemen van de wilde lijsterbes kun je heerlijke limonade maken (net als van de vlier), maar zonder bloemen geen bessen – en dat is wel jammer voor merels, spreeuwen en kramsvogels.

Wildplukken is trendy. De sites met informatie groeit met de dag en wildplukwandelingen zijn er te over. Dus is het van belang dat er aandacht is voor de ethiek van het wildplukken: ‘Alleen plukken waar overvloed van is en wat niet beschermd is’. Dat vraagt kennis van eetbare natuur. Maar het is ook een enorme kans om mensen zich meer te laten verbinden met de schepping!

Nu ben ik opgegroeid te midden van de natuur en wist ik altijd al wel dat er iets te snoepen viel tijdens een wandeling: een braam plukken, zuigen aan de bloem van de kamperfoelie of een blaadje van de zuring eten. Hoe meer ik ontdekte dat er zo veel eetbare natuur bestond, hoe rijker het voelde. Ik werd steeds enthousiaster om te weten wat je kunt eten. Aan de ene kant is het wonderlijk dat we er zelfs op het platteland maar beperkt mee zijn opgegroeid, aan de andere kant groeit de verwondering met de ontdekking wat er allemaal eetbaar is in de natuur. De schepping wordt zo verrassend meer bijzonder en daardoor groeit de dankbaarheid jegens de Schepper.

Zelf eet ik beperkt uit de natuur. Maar het kennen van de mogelijkheden en anderen daarop wijzen, geeft mij al een soort ‘verzadiging’. Het zou mooi zijn als er meer voedselbossen zouden komen, zodat er meer mogelijkheden zijn om met eetbare natuur aan de slag te gaan. En wil je zelf eens op ontdekkingstocht met eetbare natuur, kijk dan naar een plek waar een bepaalde soort ruim aanwezig is. Check via een app of een boek of het geplukte inderdaad eetbaar is. Veel soorten doen het goed in salades en leren je ook om de smaken te kennen en te waarderen. Het zoeken en bereiden van eetbare natuur vraagt zeker tijd en aandacht. Maar daarna is het genieten van nieuwe smaken en mogelijkheden!

Wilma van de Veen

'Ik heb het geluk gehad op te groeien te midden van de natuur (Buurtschap Appel bij Nijkerk). De veelkleurigheid van de natuur was altijd vanzelfsprekend en tegelijkertijd altijd bijzonder… Ik werd natuurgids en werd actief bij A Rocha Bennekom. Ook kun je me tegenkomen bij www.natuurlijkwandelenenmeer.nl voor teamuitjes, bezinningswandelingen etc.’.

Voedselbos als wondermiddel?

Wanneer er mensen langskomen geven we ze vaak een rondleiding door ons VoedselBos. Zo ook op een woensdagmiddag medio april. We vertellen over alle soorten bomen en struiken die we aangeplant hebben. Omdat er nog geen vruchten te proeven zijn, deel ik verschillende blaadjes uit: “Wat vind je van deze?”. Even later zie ik een verwonderd gezicht: “Hé, het smaakt naar soep!”. De blaadjes van de uiensoepboom (Chinese Mahonie) doet mensen verbaasd staan. Maar ook het linde- en berkenblad wordt geproefd en is voor de meesten niet gangbaar in hun salade.

Uiensoepboom (Chinese Mahonie). Foto: VoedselBos

De volgende dag zit Dorine in de trein en luistert een aflevering van de Voedselboscast. Dat zijn interessante en leerzame gesprekken met mensen die iets met voedselbossen te maken hebben. Bijvoorbeeld beheerders, ontwerpers, maar ook koks. In de betreffende podcast komt naar voren dat voedselbossen een oplossing zouden kunnen zijn voor allerlei wereldproblemen. Met name de stikstof- en klimaatcrisis worden genoemd, maar ook psychische en fysieke gezondheidsproblemen. Het voedselbos, dat gebaseerd is op permacultuur principes (een ontwerpmethode waarbij je met de natuur meewerkt aan een (eco)systeem dat zichzelf in stand houdt), als een soort wondermiddel dus.

’s Avonds lopen we samen een rondje door ons VoedselBos. We hebben nachtvorst gehad. Bij sommige bomen en struiken is dit helaas goed te zien aan de zwarte blaadjes. Ook de blaadjes van de uiensoepboom hangen er treurig en verlept bij. Lekker zijn ze zeker niet meer.

Naar aanleiding van de podcast en de nachtvorst filosoferen we al wandelend over het ontwikkelen van een soort ‘theologie van het voedselbos’. Voor ons staat voorop dat we met de aanleg en het beheer van het bos willen meewerken met God en zijn natuurwetten en principes. Permacultuur heeft goede principes, zoals het meewerken met de natuur en als mens niet te veel ingrijpen. Maar in de permacultuur-gedachte dat je (als mensheid) zelfredzamer kunt worden als je een goed systeem ontwerpt, missen we het afhankelijk zijn van God.

De natuur(wetten) zijn door Hem geschapen. Door Hem kan het voedselbossysteem, waarin alle gewassen op elkaar inwerken en via een gezonde bodem met elkaar communiceren, tot bloei komen. Een systeem kan de wereld niet redden, dat kan alleen God. Het maakbaarheidsdenken dat we regelmatig proeven bij andere voedselbosboeren geeft ons een ongemakkelijk gevoel. Wij willen leven vanuit de Bron. Dat geeft ontspanning; we kunnen en hoeven het niet zelf te doen en al zeker niet met ons VoedselBos de wereld of een klein stukje ervan redden.

 


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.

Wandelen is net het leven

Het leven vereist dat we leren wandelen. Een hollend leven zal ons hoe dan ook eens tot stilstand brengen. Dat ervaarde ik zelf toen ik zes jaar geleden in een burn-out terechtkwam. De meest waardevolle lessen van het leven leerde ik de afgelopen jaren. Wandelend. Letterlijk én geestelijk. En onderweg liet ik me onderwijzen door Jezus en genoot ik van de prachtige natuur.

Wandelen doet iets met ons. Naast dat het erg gezond is voor lijf en brein, zet het ons aan tot een goed gesprek of tot bezinning. Het is alsof de natuur je direct uitnodigt om los te komen van de gejaagdheid van het dagelijkse leven. Luister maar eens naar het geluid van vogels. Het is alsof ze keer op keer zeggen: “Doe maar rustig aan, het komt wel goed.”

Een van de dingen die ik als moeder van drie kinderen altijd heb gedaan is met ze wandelen. Toen ze klein waren ondersteund door kinderwagens en buggy’s, maar vandaag de dag gaan we op pad met een stel goede wandelschoenen. Vaak gaat onze herdershond mee. Er wordt weleens geklaagd, maar het wandelen zit er in. Dat doen wij gewoon. Zo draag je als ouders bewust en onbewust over wat je belangrijk vindt.

Wanneer ik met mijn kinderen door het bos sjouw en we ons wandeltempo op elkaar af proberen te stemmen leer ik ze deze levenshouding: doe maar rustig aan, leef en ontvang. Leer je eigen levenstempo te vinden. Houd je ogen open om te kunnen zien. Houd je oren open om te kunnen horen. En blijf je verwonderen over schoonheid door God gegeven. Er is een Schepper die dit alles heeft gemaakt als een geschenk voor jou en mij. In de schepping zie je iets van de grootheid en de goedheid van deze Maker. Wat geweldig als je dit mag ervaren.

Terwijl mijn kinderen met takken slepen en hun spel zich al wandelend vanzelf ontwikkelt, vraag ik me af of ze mijn wijze lessen wel echt horen. Desondanks geloof ik dat ze het in zich op zullen nemen, gewoonweg omdat we hier zíjn.

Terwijl mijn kinderen met takken slepen en hun spel zich al wandelend vanzelf ontwikkelt, vraag ik me af of ze mijn wijze lessen wel echt horen. Desondanks geloof ik dat ze het in zich op zullen nemen, gewoonweg omdat we hier zíjn.

Wandelen is eigenlijk net het leven. Keer op keer ligt er wat nieuws op je pad en word je gevraagd hoe je hier op zal reageren. En terwijl je wandelt denk je na, sta je op je persoonlijke kruispunten, maak je keuzes. Het doet me denken aan Jezus, die met zijn discipelen vele kilometers wandelend aflegde en hen onderweg onderwees over de dingen van het leven.

Verschillende paden en wegen brengen ons op nieuwe plekken. Er is altijd wel iets nieuws te leren. En het léven, dat leren we denk ik het beste, al wandelend aan Jezus’ zijde. Want zoals ik mijn kinderen belangrijke lessen van het leven probeer te leren terwijl we door de bossen struinen, zo wandelt Jezus ook met mij mee.

Eline Lindeboom

Eline Lindeboom is getrouwd en moeder van drie kinderen. Ze staat voor de klas in het basisonderwijs en houdt zich bezig met spreken, schrijven en haar praktijk voor natuur- en wandelcoaching. Het is haar passie om mensen enthousiast te maken voor het wandelen in de natuur en voor wandelen met God.

Blog | De mooiste dag

Met ons drukke gezin met vijf kinderen is het soms lastig om te bedenken wat je moet doen om ze te vermaken. Op internet zijn de leukste en (vaak ook) duurste uitjes te vinden. Hoe vind je nu iets wat echt iedereen leuk vindt? De leeftijd van onze kinderen varieert van 4 tot 16 en we zijn gezegend met zowel jongens als meiden. De één wil naar de dierentuin, de ander naar een indoorspeeltuin, weer eentje wil liever naar een zwembad en ga zo maar door. Het eerste is duur, het tweede niet geschikt voor elke leeftijd en het derde, ach, we zwemmen al zo vaak en we willen ook weleens wat anders. We hebben menig zondagmiddag verspild met zoeken naar een leuk uitje, om vervolgens maar voor de zoveelste keer een rondje dorp te doen. Waar we vervolgens onbevredigd van thuiskwamen, met chagrijnige kinderen op de koop toe. Omdat ze echt echt, echt niets mochten kopen, nee ook geen chocola omdat je ongesteld bent, of chips omdat je echt honger hebt en de anderhalve kilometer naar huis niet meer volhoudt.

Onze kinderen zijn geen zielige kinderen hoor, we doen namelijk veel mooie dingen met ze. Los van de vakanties, waarin we buitenlandse kastelen, kerken, musea en ruïnes bezoeken, gaan we regelmatig met onze kinderen op pad. Naar het Rijksmuseum, naar een kleine dierentuin of kinderboerderij, maar ook naar de bioscoop met het ene kind of naar een concert met het andere kind. Maar waarom vergeet ik zo vaak wat de allerleukste uitjes zijn? Dat zijn namelijk de dagen dat we alle vermaak achter ons laten en heerlijk door de natuur banjeren.

Zoals de ene keer, toen onze oudste zoon nog maar 3,5 jaar oud was. Het was een prachtige, zonnige dag in mei, na een aantal dagen regen. Toen we uit de kerk kwamen, keken mijn man en ik elkaar aan en besloten naar een bos in de buurt te gaan. Even een snelle boterham en we gingen op pad. Geen tijd om alle kinderen om te kleden (je weet het maar nooit met de zon in mei), maar we hadden nog wel snel de schoenen verwisseld voor laarzen. Onze zoon, de onderzoeker, kroop overal in en op en zag de mooiste dieren. Hij lachte breeduit en we hoorden zijn stemmetje steeds hoger worden. Hij rende een eind voor ons uit en kwam weer terug als een jonge hond.
We hadden elkaar net verbaasd aangekeken dat zijn kleding nog zo schoon was gebleven toen we een plas tegenkwamen. Een plas waar onze zoon als eerste was. En voordat ik kon roepen dat hij zijn nieuwe broek aan had, sprong hij er middenin. Eentje van een centimeter of 40 diep. Met modder…

“Mam, zei hij, dit was mijn mooiste dag” Het WAS ook zijn mooiste broek…

Marloes Verheul-Smit

Marloes (42 jaar) is getrouwd en moeder van vijf kinderen. Ze woont in Zuidhorn in het mooie Groningen. Ze houdt van chocola, God, haken, gezond leven en buiten zijn. Ze droomt van een zelfvoorzienend leven in Scandinavië, compleet met koe en schaap in de tuin.

Blog | Omarm het leven in 2024

Afgelopen zomer zat ik met vriendinnen op een terras, toen een wesp in de heerlijke zoetzure saus voor onze kaasstengels terechtkwam. Hij kon niet meer wegvliegen. Veel mensen vinden wespen vervelend, zeker als je aan het eten bent. We leren onze kinderen de angst al vroeg aan door altijd te waarschuwen om voorzichtig te zijn en dat beeld versterken we door met elkaar alle nare prikervaringen te delen. Maar wespen zijn net zo nodig voor ons ecosysteem als de wat toegankelijkere vlinders en bijen. Dus ik heb, terwijl we aan het kletsen waren, telkens een stukje saus van de vleugels van de wesp afgedept, tot hij ze weer kon bewegen. Na een korte rustperiode sloeg hij zijn vleugels uit en vloog weg. De vreugde die ik ervoer!

‘Ik heb nog nooit iemand met zoveel toewijding een wesp zien redden’, zei een van mijn vriendinnen. Terwijl die vriendinnen weten dat ik van de natuur houd (net als zijzelf overigens) en we daar vaak woorden aan geven, verwonderden ze zich alsnog over de praktische uitwerking van mijn verbondenheid met de natuur die op dat moment om ons heen was.

Een hoornhaar eet een libelle die vastzit in een spinnenweb
(foto gemaakt door Janneke Pikkert-Van Hulst)

 

Het is makkelijk om te houden van de mooie dingen in de natuur. We zien God in de (bio)diversiteit, in de seizoenen en de schoonheid om ons heen. We genieten, we vertragen, we laten ons verwarmen en we ontspannen als we buiten zijn. Tegelijk is God ook in de schepping te zien die we soms wat ingewikkelder vinden, zoals in de eikenprocessierups, de aanwezige wesp of een teveel aan plantjes die in de tuin komen aanwaaien en we onkruid noemen. Alles staat in verbinding met elkaar en God vraagt ons om dat goed te beheren, ook de kleine en grote vieze kriebelbeestjes…

Nu we een nieuw jaar zijn begonnen, is dat een mooi moment om na te denken hoe we nóg meer van de natuur kunnen houden. Mijn voornemen voor dit jaar is om wormen te ontwijken bij een wandeling na de regen. Ik omarm de regen als ik naar de andere kant van de stad fiets en weiger om daarover mee te mopperen met anderen. Ik zoek naar een manier om een goed ecosysteem in de tuin te krijgen waardoor ik een minder grote haat-liefdeverhouding met de glibberige naaktslakken ontwikkel. En als ik in huis stofzuig, zuig ik de spinnen niet op, maar vang ik ze en laat ik ze naar buiten. Welk voornemen heb jij?

Als we zo God eren in de dagelijkse praktijk van het leven en bewust kiezen om van ogenschijnlijk irritante beestjes en planten te houden, dan kijken we misschien wel door de stekelige en woekerende braamstruik heen en zien we de brandende braamstruik. Want, zo schreef Ignatius al, God laat zich overal vinden.

De aarde zit boordevol hemel
en elke struik, hoe gewoon ook,
staat in lichterlaaie van God.
Maar enkel hij die het ziet
doet zijn schoenen uit.
De rest zit er omheen
en plukt bramen.

‘Brandende braamstruik’ van Elizabeth Barret Browning


Janneke Pikkert – van Hulst is A Rocha-fan en klimaatburgermeester van Lelystad.

 

 

 


 

Nuttige beestjes, die wespen!

Wespen helpen, net als bijen, bij de bestuiving van planten. Daarnaast vangen ze veel muggen en vliegen om hun larven mee te voeden. Eén wespennest met 5000 werksters vangt per dag al snel 100.000 vliegende insecten. Daarnaast ruimen ze ook de kadavers op van kleine zoogdieren, vogels en kikkers. Niet meer doden dus, die nuttige beestjes. Verjagen kan wel natuurlijk. Bijvoorbeeld door een nepwespennest te plaatsen of een geur die ze niet fijn vinden (lavendel, tea tree of knoflook bijvoorbeeld). Zelf een beetje in de wind zitten helpt ook. En wist je dat een dode wesp een stof uitscheidt die andere wespen agressiever maakt? Daarmee maak je de kans groter dat je gestoken wordt. Nog een reden dus om ze niet te doden.

Blog | Wortelen met de bomen mee

modder

Konden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken wat daar gaande is. Anderhalf jaar geleden zouden we waarschijnlijk een niet al te diepe laag worteltjes hebben gezien. Allemaal gelijk aan elkaar. Af en toe een verdwaalde regenworm. En als we een telescopische blik zou hebben waarschijnlijk ook wel de nodige protozoa, nematoden en andere bodemdiertjes.

Behalve dat door de aanplant van veel verschillende bomen en struiken de biodiversiteit boven de grond zal toenemen, merken we dat er onder de grond ook wat verandert. Afgelopen week staken we onze spade in de grond om een gat te graven voor twee pecans en een hican. Hierbij ontdekten we heel wat meer regenwormen dan toen we een jaar geleden bomen aan het planten waren. Ook de nodige molshopen verraden meer leven in de bodeKonden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken. Misschien zouden we roofzuchtige mijten zien, op zoek naar voedsel. Honderden springstaarten die bacteriën verorberen. Groeiende schimmeldraden, die contact met elkaar zoeken om informatie uit te wisselen. De mulchlaag (blad en houtsnippers) van vorig jaar is voor een deel weer verdwenen; versnipperd door de meesterversnipperaars van het bodemvoedselweb: wormen. En in ruil daarvoor laten ze ook nog eens zeer vruchtbare poep achter.

Konden we maar even onder de grond, in de bodem van het VoedselBos kijken. We zouden ons verwonderen over het groeiende bodemvoedselweb en de wortelende bomen en struiken. We zouden ons kunnen realiseren dat wij ook aan het wortelen zijn. Net als onze bomen van elders hier in Bellingwolde geplant. Een deel van onze bomen is gekweekt en voorbestemd om in een voedselbos te aarden, te groeien en te bloeien. Een ander deel is als zaailing op een ‘kansloze’ plek geoogst om elders een nieuw begin te maken. Misschien kunnen we onszelf vergelijken met de eerste groep; voorbestemd en gereedgemaakt om weg te gaan uit een vertrouwde plek en hier te gaan wortelen, deel uit te maken van een heel nieuw web. Een web van verbindingen met mensen hier; buren, kennissen van de voedselcoöperatie en medechristenen. En ook met de omgeving; de reeën die we weer bijna dagelijks zien, de vos die mooi is maar ook gevaarlijk voor onze kippen, de muizen die schattig zijn maar ook aan onze nieuwe isolatie knabbelen, de vele vogels die we horen, zien en soms na een botsing met een raam even mogen laten bijkomen in onze handen. We hoeven niet onder de grond te kijken om te zien dat ook wij wortelen; met de bomen mee.


Anita Bos en Dorine Heij zijn in juni 2022 in het Oost-Groningse Bellingwolde gaan wonen op een perceel van 1,2 hectare, om een VoedselBos aan te planten. Ze hebben Stichting De Pelgrim VoedselBos & BoerderHeij opgericht met als doel handen en voeten te geven aan de opdracht van God om te zorgen voor de schepping, met oog voor schoonheid, voor harmonie, voor creativiteit, voor alle leven, voor een goede bodem, voor ruimte en voedsel voor mens en dier. En anderen te laten zien en ervaren dat voedselproductie mogelijk, haalbaar en lekker is uit een voedselbos.