‘Door je te verbinden aan een plek, oefen je in thuis zijn.’

Annemarthe Westerbeek is lid van de lokale A Rocha-groep Utrecht.

Illustratie: Marianne de Fouw

Vijf jaar geleden begon ik samen met twee anderen een lokale groep van A Rocha in Utrecht. A Rocha Nederland is een christelijke natuurbeweging voor mensen met een groen hart. Met lokale groepen zetten we ons in voor biodiversiteit en steken we onze handen uit de mouwen.

Toen ik met A Rocha Utrecht begon, was mijn hart al wel groen maar was ik nog helemaal niet zo overtuigd van deze manier van werken. Ik dacht: er is toch veel meer mogelijk dan alleen maar met elkaar in een stuk natuur aan het werk gaan? En lang niet iedereen is daarvoor te porren. Nee, wij gingen het anders doen want we wilden een bredere groep mensen in Utrecht en in de Utrechtse kerken aanspreken, en een groter bereik hebben. We organiseerden inspiratieavonden, stiltewandelingen en cleanups met Utrechtse kerken in hun eigen omgeving.

Tot twee jaar geleden, toen we met een betrokken groep mensen een kijkje gingen nemen op wat we nu ‘ons land’ noemen. Klaas-Hemke, die al lang bij A Rocha Nederland betrokken is, kwam met de suggestie om met elkaar eens hier in dit stukje natuur te gaan kijken. Eigenlijk kwam dit voorstel precies op het goede moment, omdat de energie om cleanups te organiseren was verdwenen en we merkten dat het lastig was om mensen en kerken te motiveren om daaraan mee te doen.

Bij aankomst zagen we dat het gebied volstond met bramen, brandnetels en omgevallen bomen. Maar eenmaal te midden van het hoge riet, in een veld vol wilde orchideeën, werd ik direct verliefd op dat stukje grond. Het voelde als een warm welkom. Nu, twee jaar later, ga ik nog steeds met veel plezier naar ‘ons land’ toe. We hebben het een naam gegeven: Dwelfsloot − naar de restanten van een historische sloot in het gebied. Ik zie mijn kinderen daar genieten als ze in bomen klimmen, kikkers en padden vangen, of kletsnat worden van de sloot of het natte land. Mensen die elkaar normaliter niet tegen zouden komen, gaan met elkaar aan het werk en hebben mooie, betekenisvolle gesprekken. De oudste van onze groep is boven de zeventig en de jongste nog geen twee. Verschillende generaties samen aan het werk. In de zomer was een van mijn kinderen aan werk met Piet, een nieuwe vrijwilliger. Ze hadden even kennisgemaakt en gingen samen aan de slag. Ik luisterde hun gesprekje af: ‘Weet jij hoe deze lange paarse bloemen heten?’ vroeg Piet en ik hoorde aan zijn stem dat hij verwachtte van niet. Maar het tegendeel bleek: ‘Ja, dat is kattenstaart!’ riep mijn zoontje dolenthousiast. Samen leren, van de natuur en van elkaar, dat is van onschatbare waarde en dat gebeurt zomaar op een zaterdagochtend op ‘ons land’.

‘Je verbinden aan een lokaal stukje grond’ − mijn blik hierop is radicaal veranderd. Je verbinden aan een plek is een oefening in thuis zijn, in zorgen voor én samen met anderen − het is een oefening in weer opnieuw leren houden van wat gegeven is. Het verbindt je met de schepping, met de ander én met God.

Deze tekst is ook verschenen in het boek ‘Samen genieten van genoeg’. Theanne Boer maakte met behulp van enthousiaste denkers en doeners een inspirerend boek over het gedachtengoed van Martine Vonk en de uitwerking daarvan in de praktijk. Of je nu in een woongroep of in een rijtjeshuis woont: samen genieten van genoeg kan overal en altijd. 

Vegetatiekartering op Schor Alteklein

Sinds 2020 houd ik mij beroepsmatig met het karteren van vegetatie bezig. Dat bracht mij op het idee om adoptiegebied Schor Alteklein op Tholen – waar ik dichtbij woon en vanuit A Rocha Zeeland als beheerder bij betrokken ben – qua vegetatie in kaart te gaan brengen.

Door Wijnand Lammers, A Rocha Zeeland

Afbeelding 1. Luchtfoto van schor Alteklein bij Tholen. Hierop zijn verschillende vegetatieklassen te zien (O. Hoornweg)

Wat is een vegetatie?

Planten groeien niet zomaar willekeurig bij elkaar, maar vormen een samenhangende gemeenschap. Ze zijn met elkaar gebonden aan overeenkomende omstandigheden, qua grondsoort, waterhuishouding en beheer. Daarom zegt een plantengemeenschap veel meer over lokale omstandigheden dan een individuele plantensoort.

De Rode klaver bijvoorbeeld komt in meer dan 80 verschillende plantengemeenschappen voor, dus onder zeer uiteenlopende omstandigheden. Als je Rode klaver echter tegenkomt op een dijk, samen met bijvoorbeeld Glanshaver, Groot streepzaad, Grote bevernel en Beemdkroon, dan weet je dat je te maken hebt met een bepaalde plantengemeenschap (hier gaat het om de zogeheten Glanshaver-associatie) en dat de bodem bestaat uit kalkrijke lichte zavel. Ook weet je dan dat het beheer bestaat uit maaien en afvoeren. De plantensociologie bestudeert de samenhang tussen soorten en heeft de vegetatie van Nederland ingedeeld van grof naar gedetailleerd, respectievelijk naar klasse, orde, verbond en associatie; dit laatste is de eigenlijke plantengemeenschap. De associatie wordt soms nog verder onderscheiden, tot op het niveau van de sub-associatie.

Onder meer als gevolg van de verarming van de flora, zijn plantengemeenschappen vaak niet meer compleet aanwezig: de kop en de staart ontbreken als het ware. Dan spreek je over rompgemeenschappen. Elke gemeenschap (associatie) heeft een naam en een code gekregen, die de gemeenschap onderscheiden en verwantschap met andere gemeenschappen uitdrukken.

Het onderzoek

Bij het karteren van vegetatie tekenen onderzoekers in het veld vlakken met een overeenkomende vegetatie, digitaal op een kaart in. Deze vlakken krijgen vervolgens een naam, bijv. ‘Type van Glanshaver en Rode klaver’ wanneer de genoemde soorten het beeld bepalen van de vegetatie ter plaatse. Vervolgens maken we van zo’n onderscheiden type opnamen. We noteren van een representatief gedeelte alle soorten, met de mate van voorkomen. Thuis, bij de warme kachel, analyseren we deze opnamen en met behulp van beschikbare literatuur en digitale hulpmiddelen vertalen we die naar een door de wetenschap omschreven plantengemeenschap. Van de ingetekende vegetatietypen maken we vervolgens vegetatiekaarten. Die kaarten komen met de beschrijving van de aangetroffen vegetatietypen en informatie over de werkwijze in een rapport terecht. Begin 2025 heb ik het rapport van de vegetatiekartering van Schor Alteklein op deze manier gemaakt.

Type van Wilde peen en Pastinaak, waarin veel Moeraswespenorchis voorkomt; een uitzonderlijke combinatie (W. Lammers)

 Vegetatie van Schor Alteklein

Wat opvalt is dat de ruimtelijke verscheidenheid van het gebied tot uiting komt in het voorkomen van een groot aantal plantengemeenschappen. Zo zijn er op een oppervlakte van nog geen 5 ha zo’n 40 verschillende lokale vegetatietypen aangetroffen, die vertaald zijn naar 19 landelijke plantengemeenschappen, behorend tot 12 vegetatieklassen. Je kunt de ligging en de benaming van die klassen zien op onderstaande vereenvoudigde vegetatiekaart. Het beheer van A Rocha heeft aan deze variatie in hoge mate bijgedragen. Zo is er door de aanleg van een poel met flauwe oevers een plantengemeenschap ontstaan, die kenmerkend is voor plekken die in het winterhalfjaar onder water staan, op plaatsen met een zout verleden. Het maaien van de matig voedselrijke graslanden met orchideeën heeft geleid tot ontwikkeling van een lokaal vegetatietype, waarvoor de combinatie van Moeraswespenorchis met soorten van matig voedselrijk grasland als Glanshaver, Wilde peen en Pastinaak kenmerkend is. Hierin wijkt Schor Alteklein sterk af van het landelijke beeld. Door het kleinschalige beheer voort te zetten, hopen we de verscheidenheid in vegetatietypen verder te vergroten en de eigenheid van het schor te versterken.

Vereenvoudigde vegetatiekaart met ligging van de gekarteerde klassen (Dactylis B.V.)

A Rocha Dronten – samenwerken, ringslangen en BioBlitz

A Rocha Dronten is zo’n vier jaar geleden gestart en bestaat uit een kleine kerngroep met daaromheen een flinke groep belangstellenden die regelmatig onze activiteiten bezoekt.

In de afgelopen jaren hebben we de samenwerking gezocht met allerlei andere groene organisaties in de gemeente Dronten. Zo zijn we samen met Stichting Participatie Wisentbos, Landschapsbeheer Flevoland en Staatsbosbeheer betrokken in het Wisentbos. Het Wisentbos is een mooi bosgebied aan de rand van Dronten, langs de Lage Vaart. Het heeft zich de laatste jaren flink ontwikkeld en er is veel aandacht voor het ondersteunen en vergroten van de biodiversiteit. Hierin mag ook A Rocha Dronten een rol spelen. Een aantal van ons is al een aantal jaren – met succes – bezig om de reuzenberenklauw terug te dringen. De reuzenberenklauw is een invasieve exoot die inheemse soorten verdringt en bovendien voor ernstige brandwonden kan zorgen.

 

Reuzenberenklauw

Ook zijn we actief in ons eigen natuurwerkdagproject. Ruim twee jaar geleden hebben we een broeihoop voor ringslangen aangelegd. De ringslang is nog geen vaste bewoner van Dronten, maar zou dat wel kunnen worden. Rondom het Lelystadse deel van de Lage Vaart worden al langere tijd ringslangen gevonden. We weten dat ze zich daar voortplanten. We willen ze de mogelijkheid bieden om zich ook in Dronten, langs diezelfde Lage Vaart, te vestigen. Een broeihoop is dan zeer geschikt als voortplantingsplek. Een broeihoop is opgebouwd uit een grote hoeveelheid plantaardig materiaal met veel mogelijkheden om er tussen te kruipen. We gebruiken dan ook grote en kleine takken, paardenmest en snoeimateriaal om een hoop te bouwen van wel drie vierkante meter en met een hoogte van meer dan anderhalve meter. Ringslangen leggen hun eieren in het composterende plantaardig materiaal. Het composteringsproces zorgt voor de juiste temperatuur om de eieren te doen uitkomen. Bij het jaarlijks keren en aanvullen van de hoop kun je de lege eierschalen vinden. We hebben de hoop nu voor de tweede keer gekeerd en helaas nog geen eieren aangetroffen. De ervaring leert dat dit wel enige jaren kan duren. Ook andere dieren profiteren van zo’n hoop. Bij het keren tref je vele insecten en geleedpotigen, maar ook muizen en kleine roofdieren zijn mogelijk. Toch worden ook ringslangen steeds dichterbij waargenomen, dus we blijven hoop houden!

A Rocha Dronten bouwt een ringslangbroeihoop

Aankomend jaar hebben we een nieuw, uitdagend project in het Wisentbos, waarbij we opnieuw de samenwerking aangaan met veel verschillende organisaties. We starten namelijk op 1 januari met een BioBlitz: we proberen in een afgebakende periode (2025) zoveel mogelijk soorten (1000 of meer) in een afgeperkt gebied (het Wisentbos) te vinden. Dat kunnen we niet alleen, dus we doen dit in samenwerking met voornoemde organisaties, maar ook met IVN Dronten en Gemeente Dronten. We zullen meerdere publieksactiviteiten organiseren, te denken valt aan vroege vogelexcursies, vleermuizentocht, Nacht van de Nachtvlinders, paddenstoelenspeurtocht e.d. En natuurlijk kan iedereen die waarnemingen in het bos doet, die ook invoeren via www.waarneming.nl. We hopen hiermee meer mensen te enthousiasmeren voor de natuur vlakbij huis. Dat doen we onder andereo.a. door regelmatig een update van onze activiteiten via de pers te doen. HoudHou onze berichten in de gaten voor meer activiteiten! We zullen binnenkort ook de link van de BioBlitz  met jullie delen.

Bioblitz in het Waterloopbos

A Rocha Zwolle bouwt muizenruiters langs de IJsseldijk

Ot en Sien-landbouw terug? Nee, deze hooihopen – zogeheten muizenruiters – leveren een bijdrage aan ecologisch waardevol landschap. A Rocha Zwolle heeft vier muizenruiters gemaakt langs de IJsseldijk, op terrein van en in samenwerking met Vitens. Muizenruiters – zes stokken en een paar lagen hooi – zijn schuilplaats voor muizen en tegelijk een cafetaria voor uilen en torenvalken. Vroeger werden ruiters door boeren gebruikt om hooi te drogen. Dank aan Wim Eikelboom, Rob Elfring en Gerben Visser.

Wilde bijen inventarisatie Dorpsakker De Parel

Afgelopen jaar heeft Willemijn van Hees, werkzaam bij Landschap Erfgoed Utrecht, een inventarisatie naar wilde bijen uitgevoerd op Dorpsakker De Parel. Er zijn in totaal 19 verschillende soorten gevonden in 2023 (zomer) en 2024 (voorjaar), waarvan de Lichte wilgenzandbij een opvallende is, en de Weidebij een hele leuke: deze soort is namelijk zeldzaam! De dichtstbijzijnde populatie zit op het sluizencomplex in Amerongen.

Asbij, mannetje

Deze soorten zijn gevonden:
  • Andrena mitisLichte wilgenzandbij
  • Apis mellifera – Honingbij
  • Andrena wilkellaGeelstaartklaverzandbij
  • Andrena flavipesGrasbij
  • Anderna dorsataWimperflankzandbij
  • Bombus sylvestrisVierkleurige koekoekshommel
  • Bombus pascuorumAkkerhommel
  • Bombus lapidariusSteenhommel
  • Bombus terrestrisAardhommel
  • Nomada zonataVariabele wespbij
  • Bombus hypnorumBoomhommel
  • Andrena gravidaWeidebij
  • Osmia cornutaGehoornde metselbij
  • Bombus pratorum – Weidehommel
  • Sphecodes ephippiusBosbloedbij
  • Andrena haemorrhoaRoodgatje
  • Andrena nitidaViltvlekzandbij
  • Osmia bicornisRosse metselbij
  • Andrena cinerariaAsbij
Resultaten en conclusies

Dorpsakker De Parel is een moestuin: bestuivers zijn dan essentieel. Er waren erg veel hommels aanwezig (merendeel van alle waarnemingen). Zij zijn met name goede bestuivers voor peulen, komkommers en tomaten. Maar hommels zijn lompe beesten en minder geschikt voor kleine bloemen zoals aardbeien, bessen, etc. Het is opvallend dat er geen groefbijen en maskerbijen zijn aangetroffen: dit zijn goede bestuivers voor deze gewassen. Dit kan natuurlijk een momentopname zijn.
Metselbijen zijn ook goede bestuivers, met name voor fruit: appels en peren. Er zijn twee soorten waargenomen (Rosse metselbij en gehoornde metselbij). Deze soorten foerageerden echter alleen op het terrein en woonden er niet: er is namelijk geen bijenhotel.

Om alle soorten bestuivers aan te trekken wordt aangeraden om bijenhotels te plaatsen voor de metselbijen (bamboestokjes 69 mm), maskerbijen (kleine rietstengels) en sachembijen (leemwand). Bovendien is de zeldzame blauwzwarte houtmeselbij aangetroffen in Amerongen. Om deze soort aan te trekken, moet vergevorderd molmhout in de zon staan. Het is leuk om deze soort ook op je terrein te hebben. Een bijenhotel moet 6 uur in de zon staan (het liefste ochtend zon).

Voor de instandhouding van de Weidebijen is het van belang dat er genoeg paardenbloemen en andere composieten aanwezig zijn in het vroege voorjaar (goudsbloemen zijn voor hen te laat).

Dorpsakker De Parel gaat met deze aanbevelingen aan de slag om nog meer bijen aan te trekken.

Nestvlotjes voor de zwarte stern in Schellerwade bij Zwolle

De Schellerwade is een prachtige oude rivierarm van de IJssel, aan de westkant van Zwolle bij Oldeneel, waar elk jaar veel vogels broeden. Een van de vogels die in het verleden in de Schellerwade heeft gebroed is de zwarte stern. Om de zwarte stern een handje te helpen hebben vrijwilligers van A Rocha Zwolle, net als voorgaande jaren, zaterdagochtend 20 april 20 nestvlotjes uitgelegd in de Schellerwade. Drijvende bladeren zoals de krabbescheer zijn van nature mooie nestlocaties. Door het verdwijnen van krabbescheer is de zwarte stern in aantal sterk achteruit gegaan. Door het neerleggen van drijvende vlotjes helpen we de zwarte stern een handje. In de komende weken keren de zwarte sterns terug en hopelijk kiezen deze sierlijke vogels de Schellerwade uit om te broeden. Vanaf de dijk zijn de vlotjes zichtbaar en kan iedereen meegenieten als de vogels hier weer neerstrijken.

Dit jaar heeft Ecogroen B.V. uit Zwolle een bijdrage geleverd voor het aanpassen en plaatsen van de vlotjes. De Schellerwade is particulier bezit. De eigenaren hebben toestemming gegeven voor leggen van de broedvlotjes, omdat ze het een goede zaak vinden als de vrij zeldzame, grijsgekleurde watervogel weer terugkeert aan de stadsrand van Zwolle.

Natuurparel Remise Nieuwegein

A Rocha doet sinds najaar 2022 met vrijwilligers een groot deel van het onderhoud van het Natuurontwikkelingsgebied Remise Nieuwegein. Het gebied van circa 4 ha is in 1980/’81 door de provincie Utrecht aangelegd als compensatiegebied voor de natuur die is verloren gegaan door de aanleg van de tramlijn Utrecht CS – Nieuwegein en bijbehorende verkeersinfrastructuur. Het is een van de eerste ‘natuurontwikkelingsgebieden’ in Nederland. Bij de aanleg is de voedselrijke bovenlaag verwijderd en aan de rand van het gebied opgeslagen en het is beperkt toegankelijk gemaakt via enkele paden. Er zijn 12 biotopen te onderscheiden, van vochtig hooiland tot essenhakhout bos en waterpartijen.

Het verval
Na jaren van natuurvriendelijk onderhoud door de provincie is er de laatste tien jaar weinig aan onderhoud gedaan. De grote bomen in het essenbos zijn in een afstervingsfase. Het vochtig hooiland werd alleen gemaaid aan het eind van het seizoen met te zwaar materiaal. Hierdoor neemt riet hierin de plek over van bijzondere soorten als orchideeën, kale jonker, grote ratelaar en ruw walstro. Het hakhout loopt met wilgentakken 5-10 meter het perceel in. Het is een boeiend gebied, een natuurparel, waarin veel werk aan de winkel is.

Nieuwe start met A Rocha Utrecht Houten Nieuwegein
A Rocha Utrecht Houten Nieuwegein is in overleg met de provincie Utrecht beheerder geworden van het stuk land. Dat doen we me een mooie groep vrijwilligers, van jong tot oud. Allereerst willen we het vochtig hooiland met alle bloeiende soorten herstellen. We zijn begonnen met het terugdringen van het hakhout langs de randen. Om de grond te verarmen laten we driemaal per jaar de rietdelen maaien met een lichte machine. Hierbij laten we genoeg hoekjes staan, zodat de bijzondere planten in het systeem blijven. Het gemaaide riet voeren we af op hopen.
Er zijn contacten gelegd met lokale organisaties en inwonersinitiatieven die willen bijdragen in kennis en menskracht. Het gaat om de Groene Dorpskerk Nieuwegein (PKN), Samen Duurzaam Nieuwegein en de lokale IVN-afdeling Nieuwegein-IJsselstein (inventarisatie van soorten).

Bedreiging
Het natuurgebied ligt in het ontwikkelingsgebied A12-zone (Galecopperzoom). Er ligt een grote opgave voor woningbouw, met daarbij behorend nieuwe uitdagingen voor de verkeersstromen en openbaar vervoer. Er zijn vier varianten voorgesteld voor invulling van dit gebied, waar momenteel de effecten van worden bestudeerd. In drie van de vier varianten is geen ruimte voor dit waardevolle natuurgebied. De gemeente Nieuwegein ontwikkelt het Omgevingsplan “Natuur in de stad”. In dit kader heeft Samen Duurzaam Nieuwegein de gemeente gewezen op het ontbreken van de natuurparel “Remise Nieuwegein” in het plan. Door het onderhoud verder op te pakken volgens plan hopen we dit gebied “op de kaart te zetten”  en zichtbaar te maken hoe waardevol dit gebied is en dit mooie stukje natuur te kunnen laten herstellen en behouden.

Uitbreiding leefgebied aardbeivlinder | A Rocha Deventer

In de winter van 2022/2023 heeft Stichting IJssellandschap een verbindingszone gemaakt tussen de Slenk (een 7 ha. groot hooiland bij Lettele (Overijssel) en een nabijgelegen hooiland langs de Lettelerleide. Er is ongeveer een halve ha. bos gekapt zodat de zeldzame aardbeivlinder waarvan al jaren een kleine populatie aanwezig is in de Slenk, zich hopelijk gaat uitbreiden. A Rocha Deventer heeft meegeholpen met deze klus door veel snoeiafval op te ruimen en houtwallen te maken. De gekapte bomen zijn weggesleept met een kraan.

Echter, het was direct al duidelijk dat alleen het rooien van bomen en opruimen van het snoeiafval niet genoeg zal zijn. Berken en vuilbomen zullen snel weer opschieten en jaarlijks maaien is noodzakelijk om de verbinding in stand te kunnen houden. Maar om te kunnen maaien moeten eerste de stobben (boomstronken) worden verwijderd. Dit is niet te doen met de schop. IJssellandschap heeft voor deze klus subsidie aangevraagd bij de provincie Overijssel en deze is in het najaar van 2023 toegekend.

Het karwei kan nu echt worden afgemaakt met hopelijk effect op de vlinderstand in het gebied. Het leefgebied van de aardbeivlinder kan er door verdrievoudigen doordat verschillende hooilanden in het gebied met elkaar in verbinding komen te staan.

NB: Als er gekapt wordt dan is het verplicht om elders nieuw bos aan te planten. A Rocha Deventer heeft hier ook bij geholpen.

Heel bijzonder: Gewoon appelmos!

Bij Bennekom, aan de rand van de Dikkenbergweg, ligt het Land van Peelen, een landbouwenclave. De stichting Land van Peelen zet zich in om ook hier de biodiversiteit te vergroten. Een van de doelstellingen is om dit akkerland tot natuur om te vormen. Rondom het Land van Peelen liggen meerdere natuurgebieden, met soms zeldzame flora en fauna. De stichting wil deze zeldzame flora en fauna zo goed mogelijk documenteren, zodat later het effect van de natuurversterking kan worden gemeten. In samenwerking met de

 

gewoon appelmos

KNVV* heeft het eerste deel van een mosseninventarisatie plaatsgevonden aan de Fransekampweg, een gebied van 4 ha dat wordt beheerd door A Rocha in opdracht van de gemeente Ede. Wat blijkt? Op het terrein groeien meer dan 70 soorten mossen, waaronder hetzeer zeldzame Gewoon appelmos!

Op het terrein groeien meer dan 70 soorten mossen, waaronder het zeer zeldzame Gewoon appelmos!

Mossen zijn bijzondere, geheimzinnige planten die overal voorkomen, zelfs het hele jaar door. En als je eenmaal verwonderd bent geraak door de schoonheid van deze mini-planten, gaat er een wereld voor je open. André van Lammeren en Roel Lemmens van de mossenwerkgroep van de KNNV* zijn specialist op het terrein van mossen en gingen op onderzoek uit. Een dergelijke mosseninventarisatie is zeker waardevol. Het vormt een goede maatstaf voor de natuurkwaliteit. Dit sluit naadloos aan bij de doelstelling van stichting Land van Peelen.

Rijk aan mossen
Mossen zijn, net als varens en paddenstoelen, sporenplanten: ze vermenigvuldigen zich via sporen. Dit in tegenstelling tot zaadplanten. Kenners onderscheiden twee soorten mossen: bladmossen en levermossen (korstmossen worden niet gezien als echte mossen). Voor een terrein met zo’n beperkte oppervlakte is de Franse Kamp rijk aan mossen te noemen. Van Lammeren en Lemmens vonden, samen met leden van de mossenwerkgroep, 72 soorten. Daarvan waren er  60 bladmossen en 12 levermossen. Zij verwachten dat er meer soorten te vinden zullen zijn. Het voormalig defensieterrein is 4 hectare groot en heeft een grote variatie aan bodemomstandigheden: hier en daar zanderig en droog, maar er zijn ook lemige delen en delen die kalkrijker zijn. Daarnaast bevinden zich er twee poelen (voormalig blusvijvers). Het is een gevarieerd gebied op relatief kleine schaal, wat maakt dat er veel soorten mossen voor kunnen komen. Ook zoeken mossen vaak groeiplaatsen die min of meer open zijn, zoals een open bodem, steen, levend en dood hout. En dat is nu juist het karakter van de Franse Kamp.

Op zoek naar mossen
De natuur is veelzijdig en veel mensen genieten daarvan. Maar mossen worden vaak niet opgemerkt als men er niet op geattendeerd wordt. Valt eenmaal je oog op dit kleine plantje, dan ontdek je ook hoe bijzonder mos kan zijn. Vooral als je ook nog een vergrootglas mee neemt. Mossen nemen water op via een bovengronds weefsel van stengels en bladeren. En als het heel droog wordt, stopt dit proces en drogen de plantjes uit. Mossen kunnen dus aangeven hoe gezond de natuur is. Het zijn zogenaamd: prima bio-indicatoren. Vandaar dat er ook speciale aa

ndacht geschonken werd aan soorten die specifiek zijn voor bijzondere milieuomstandigheden en/of een bedreigde leefomgeving. Het gebied werd door de werkgroep drie maal bezocht. Juist op de paden die door het gebied lopen vond men een aantal pioniers, zoals Gewoon aloëmos  en een aantal levermossen. En op een van de steilkanten werd het zeer zeldzame Gewoon appelmos gevonden. Om het gebied aantrekkelijk te houden voor mossen adviseert de werkgroep om door te gaan met het verwijderen van opslag, de paden en steilkanten te koesteren zodat niet alleen mossen kunnen floreren, maar ook insecten en de zandhagedis.

Wie doet mee?

  • Wil je meehelpen met de inventarisaties in de omgeving van het Land van Peelen, meld je dan aan op www.landvanpeelen.nl of via info@landvanpeelen.nl.
  • Wil je meehelpen bij het natuurbeheer op de Franse Kamp, dan kan dat buiten het broedseizoen op elke tweede zaterdagmiddag van de maand. Kijk op de website of mail naar bennekom@arocha.org.

*  Voor meer informatie over de mossenwerkgroep zie: https://wageningen.knnv.nl/werkgroep/mossenwerkgroep/

Bijzondere kevers gevonden in Bennekom

A Rocha Bennekom beheert in samenwerking met de gemeente Ede een voormalig defensieterrein (Franse Kamp) waar de natuur zich op verrassende wijze ontwikkelt. Het gebied is beperkt, zo’n vier hectare, maar is veelzijdig als het gaat om flora en fauna. Er zijn twee vijvers (voormalige blusvijvers), ruigteopslag, heide, wat oude bomen en het gebied wordt omgeven door naaldbos. Met andere woorden: een gevarieerd gebied op relatief kleine schaal.

Een op de vier dieren op aarde is een kever

De vrijwilligers van de werkgroep A Rocha Bennekom willen graag alles weten over dit bijzondere stuk natuur. Er is veel moois en bijzonders te vinden en ieder heeft zijn eigen specialiteit. In de zomermaanden is er al onderzoek gedaan naar de nachtvlinders op het terrein. En ook daar waren zeker verrassingen bij! Zo ontstond ook de vraag naar een inventarisatie van de kevers. Geen gemakkelijke vraag, want wetenschappers hebben meer dan 350.000 soorten kevers beschreven. Tot nu toe! Dat betekent dat een op de vier dieren op aarde een kever is. Maar Frank van Nunen, van de insectenwerkgroep Ede-Wageningen, wilde de uitdaging graag aangaan.

Keverzoeker en keverkenner met paraplu

Frank van Nunen met keverval

Frank is keverzoeker en keverkenner (coleopteroloog). In het afgelopen jaar was hij eenmaal per maand te vinden in het gebied van de Franse Kamp. Soms gewapend met een schepnet, soms met een omgekeerde paraplu of met andere attributen. Zo kon hij diverse inventarisatietechnieken inzetten om te bepalen hoeveel keversoorten er op het terrein voorkomen. In de zomer gebruikte hij vooral het sleepnet omdat veel insecten dan actief zijn en gemakkelijk te vangen zijn. De omgekeerde paraplu (een zogenaamd klopscherm) werd onder een tak gehouden en als er op de boom getikt werd, vielen er al heel veel soorten naar beneden. Ook maakte hij gebruik van bodemvallen, de zogenaamde potvallen. Dit zijn ingegraven bekers met een afdakje erboven tegen regen en bladval. Op deze wijze worden vooral de levende kevers die op de bodem rondlopen geïnventariseerd. In de zomermaanden nam Frank ook regelmatig een telescoophengel mee zodat hij makkelijk een flesval in de boom kon bevestigen. De flesval werd gevuld met een lokstof, zoals wijn, bier of gistend fruit. Zo kreeg hij een goed beeld van de levende kevers in de bomen. In het voorjaar en in de wintermaanden werd vooral bodemstrooisel en mos gezeefd en werd er bij de blusvijvers met een waternet gewerkt. Opmerkelijk is dat er in alle jaargetijden kevers te vinden waren. De meeste kevers leiden een relatief verborgen bestaan, b.v. in mierennesten in toppen van bomen of in de strooisellaag op de bodem. Voor bezoekers al niet makkelijk op te merken, maar zelfs voor een keverkenner als Frank een uitdaging!

In het donker

Er zijn kevers die het daglicht schuwen en vooral in gangen en spleten in de bodem leven. Maar ook die kevers zijn te inventariseren. Naast de stam van een dode eik plaatste Frank buizen met gaatjes met daar onderin een precies passende beker met een lokstof. Alle vallen werden telkens na enkele dagen geleegd en voorzien van verse lokstof. Twee maal werd er op een zomeravond, in het donker, geïnventariseerd. Er werd een wit laken opgehangen met een UV-lamp ervoor. Hierdoor worden insecten aangetrokken en kunnen ze goed worden bekeken. De resultaten worden dan nauwgezet genoteerd.

Herontdekte kever: de truffelkever!

De herontdekte Choleva spadicea, een truffelkever

Frank is in 2022 het hele jaar actief geweest op het terrein en heeft 5000 kevers waargenomen en gedetermineerd. Dat leverde een prachtig resultaat op: 522 soorten kevers. Dat is iets meer dan 12 procent van alle bekende Nederlandse soorten! De meeste mensen kennen wel het lieveheersbeestje, de meikever, de glimworm of de boktor. Maar heel veel langer wordt de lijst meestal niet. Van veel kevers (Latijnse naam: Coleoptera) is alleen de wetenschappelijke naam bekend en maar een beperkt deel heeft een Nederlandse naam. Zo was er sinds 1967 in Gelderland geen enkele waarneming geweest van de Choleva spadicea (Sturm), een soort truffelkever. Geweldig boeiend dat juist op het gebied van de Franse Kamp van A Rocha Bennekom deze kever na meer dan 50 jaar herontdekt is. Deze soort wordt vaak aangetroffen in ondergrondse nesten van mollen en muizen.

Opvallende kevers

De meest waargenomen keversoort is de bijna 2 cm. grote bosmestkever (Anoplotrupes stercorosus). Deze zwartblauwe mestkever werd overal in het terrein aangetroffen en vliegt bij mooi weer ook regelmatig over het terrein. Deze kever zou zelfs bezoekers kunnen opvallen! De slakkenloopkever is een opvallende verschijning. Deze soort heeft een kegelvormig lichaam en is vrij groot. Het voedsel van deze kevers bestaat uit huisjesslakken. Met hun taps toelopende voorkant kunnen ze makkelijk bij slakken die zich in een huisje hebben teruggetrokken. In en om mierennesten werden soorten waargenomen die op de een of andere manier samenleven met mieren. Vaak profiteren deze soorten, zoals de bruine mierenroofkever, van schuilmogelijkheden en van de aanwezige voedselresten of ze laten zich enigszins verzorgen.

Het ‘egeltje’ – Hispa atra

Een mooie vondst was ook het ongeveer 4 mm grote ‘egeltje’ Hispa atra. Het lichaam van dit exotisch uitziende kleine zwarte kevertje is aan de bovenkant helemaal bezet met gevaarlijke stekels en het was ook voor Frank een bijzonder moment om dit juweeltje aan te treffen. Dat er zoveel soorten kevers gevonden zijn, komt ook door de grote diversiteit van de aanwezige biotopen op het gebied van Franse Kamp. Een uitdaging om deze afwisseling van landschapselementen te behouden. Zo zou de trosvlierstruik, waarvan er maar een te vinden is op het terrein, zeker behouden moeten worden. Hier leeft het bastaardglanskevertje op. Zou de trosvlierstruik verdwijnen, dan ook het bijzonder kevertje.

Tot slot

Frank van Nunen wordt hartelijk bedankt voor zijn inventarisatie van de kevers op het gebied van de ‘Franse Kamp’, evenals zijn  twee collega-coleopterologen Theodoor Heijerman en Ruud Jansen die de waarnemingen met hem deelden.

Voor meer informatie of het volledige onderzoek kan er gemaild worden met Frank van Nunen fvannunen@planet.nl of met Bennekom@ARocha.org.

Tekst: Wilma van de Veen