A Rocha doet sinds najaar 2022 met vrijwilligers een groot deel van het onderhoud van het Natuurontwikkelingsgebied Remise Nieuwegein. Het gebied van circa 4 ha is in 1980/’81 door de provincie Utrecht aangelegd als compensatiegebied voor de natuur die is verloren gegaan door de aanleg van de tramlijn Utrecht CS – Nieuwegein en bijbehorende verkeersinfrastructuur. Het is een van de eerste ‘natuurontwikkelingsgebieden’ in Nederland. Bij de aanleg is de voedselrijke bovenlaag verwijderd en aan de rand van het gebied opgeslagen en het is beperkt toegankelijk gemaakt via enkele paden. Er zijn 12 biotopen te onderscheiden, van vochtig hooiland tot essenhakhout bos en waterpartijen.
Het verval
Na jaren van natuurvriendelijk onderhoud door de provincie is er de laatste tien jaar weinig aan onderhoud gedaan. De grote bomen in het essenbos zijn in een afstervingsfase. Het vochtig hooiland werd alleen gemaaid aan het eind van het seizoen met te zwaar materiaal. Hierdoor neemt riet hierin de plek over van bijzondere soorten als orchideeën, kale jonker, grote ratelaar en ruw walstro. Het hakhout loopt met wilgentakken 5-10 meter het perceel in. Het is een boeiend gebied, een natuurparel, waarin veel werk aan de winkel is.
Nieuwe start met A Rocha Utrecht Houten Nieuwegein
A Rocha Utrecht Houten Nieuwegein is in overleg met de provincie Utrecht beheerder geworden van het stuk land. Dat doen we me een mooie groep vrijwilligers, van jong tot oud. Allereerst willen we het vochtig hooiland met alle bloeiende soorten herstellen. We zijn begonnen met het terugdringen van het hakhout langs de randen. Om de grond te verarmen laten we driemaal per jaar de rietdelen maaien met een lichte machine. Hierbij laten we genoeg hoekjes staan, zodat de bijzondere planten in het systeem blijven. Het gemaaide riet voeren we af op hopen.
Er zijn contacten gelegd met lokale organisaties en inwonersinitiatieven die willen bijdragen in kennis en menskracht. Het gaat om de Groene Dorpskerk Nieuwegein (PKN), Samen Duurzaam Nieuwegein en de lokale IVN-afdeling Nieuwegein-IJsselstein (inventarisatie van soorten).
Bedreiging
Het natuurgebied ligt in het ontwikkelingsgebied A12-zone (Galecopperzoom). Er ligt een grote opgave voor woningbouw, met daarbij behorend nieuwe uitdagingen voor de verkeersstromen en openbaar vervoer. Er zijn vier varianten voorgesteld voor invulling van dit gebied, waar momenteel de effecten van worden bestudeerd. In drie van de vier varianten is geen ruimte voor dit waardevolle natuurgebied. De gemeente Nieuwegein ontwikkelt het Omgevingsplan “Natuur in de stad”. In dit kader heeft Samen Duurzaam Nieuwegein de gemeente gewezen op het ontbreken van de natuurparel “Remise Nieuwegein” in het plan. Door het onderhoud verder op te pakken volgens plan hopen we dit gebied “op de kaart te zetten” en zichtbaar te maken hoe waardevol dit gebied is en dit mooie stukje natuur te kunnen laten herstellen en behouden.
In de winter van 2022/2023 heeft Stichting IJssellandschap een verbindingszone gemaakt tussen de Slenk (een 7 ha. groot hooiland bij Lettele (Overijssel) en een nabijgelegen hooiland langs de Lettelerleide. Er is ongeveer een halve ha. bos gekapt zodat de zeldzame aardbeivlinder waarvan al jaren een kleine populatie aanwezig is in de Slenk, zich hopelijk gaat uitbreiden. A Rocha Deventer heeft meegeholpen met deze klus door veel snoeiafval op te ruimen en houtwallen te maken. De gekapte bomen zijn weggesleept met een kraan.
Echter, het was direct al duidelijk dat alleen het rooien van bomen en opruimen van het snoeiafval niet genoeg zal zijn. Berken en vuilbomen zullen snel weer opschieten en jaarlijks maaien is noodzakelijk om de verbinding in stand te kunnen houden. Maar om te kunnen maaien moeten eerste de stobben (boomstronken) worden verwijderd. Dit is niet te doen met de schop. IJssellandschap heeft voor deze klus subsidie aangevraagd bij de provincie Overijssel en deze is in het najaar van 2023 toegekend.
Het karwei kan nu echt worden afgemaakt met hopelijk effect op de vlinderstand in het gebied. Het leefgebied van de aardbeivlinder kan er door verdrievoudigen doordat verschillende hooilanden in het gebied met elkaar in verbinding komen te staan.
NB: Als er gekapt wordt dan is het verplicht om elders nieuw bos aan te planten. A Rocha Deventer heeft hier ook bij geholpen.
Bij Bennekom, aan de rand van de Dikkenbergweg, ligt het Land van Peelen, een landbouwenclave. De stichting Land van Peelen zet zich in om ook hier de biodiversiteit te vergroten. Een van de doelstellingen is om dit akkerland tot natuur om te vormen. Rondom het Land van Peelen liggen meerdere natuurgebieden, met soms zeldzame flora en fauna. De stichting wil deze zeldzame flora en fauna zo goed mogelijk documenteren, zodat later het effect van de natuurversterking kan worden gemeten. In samenwerking met de
KNVV* heeft het eerste deel van een mosseninventarisatie plaatsgevonden aan de Fransekampweg, een gebied van 4 ha dat wordt beheerd door A Rocha in opdracht van de gemeente Ede. Wat blijkt? Op het terrein groeien meer dan 70 soorten mossen, waaronder hetzeer zeldzame Gewoon appelmos!
Op het terrein groeien meer dan 70 soorten mossen, waaronder het zeer zeldzame Gewoon appelmos!
Mossen zijn bijzondere, geheimzinnige planten die overal voorkomen, zelfs het hele jaar door. En als je eenmaal verwonderd bent geraak door de schoonheid van deze mini-planten, gaat er een wereld voor je open. André van Lammeren en Roel Lemmens van de mossenwerkgroep van de KNNV* zijn specialist op het terrein van mossen en gingen op onderzoek uit. Een dergelijke mosseninventarisatie is zeker waardevol. Het vormt een goede maatstaf voor de natuurkwaliteit. Dit sluit naadloos aan bij de doelstelling van stichting Land van Peelen.
Rijk aan mossen Mossen zijn, net als varens en paddenstoelen, sporenplanten: ze vermenigvuldigen zich via sporen. Dit in tegenstelling tot zaadplanten. Kenners onderscheiden twee soorten mossen: bladmossen en levermossen (korstmossen worden niet gezien als echte mossen). Voor een terrein met zo’n beperkte oppervlakte is de Franse Kamp rijk aan mossen te noemen. Van Lammeren en Lemmens vonden, samen met leden van de mossenwerkgroep, 72 soorten. Daarvan waren er 60 bladmossen en 12 levermossen. Zij verwachten dat er meer soorten te vinden zullen zijn. Het voormalig defensieterrein is 4 hectare groot en heeft een grote variatie aan bodemomstandigheden: hier en daar zanderig en droog, maar er zijn ook lemige delen en delen die kalkrijker zijn. Daarnaast bevinden zich er twee poelen (voormalig blusvijvers). Het is een gevarieerd gebied op relatief kleine schaal, wat maakt dat er veel soorten mossen voor kunnen komen. Ook zoeken mossen vaak groeiplaatsen die min of meer open zijn, zoals een open bodem, steen, levend en dood hout. En dat is nu juist het karakter van de Franse Kamp.
Op zoek naar mossen De natuur is veelzijdig en veel mensen genieten daarvan. Maar mossen worden vaak niet opgemerkt als men er niet op geattendeerd wordt. Valt eenmaal je oog op dit kleine plantje, dan ontdek je ook hoe bijzonder mos kan zijn. Vooral als je ook nog een vergrootglas mee neemt. Mossen nemen water op via een bovengronds weefsel van stengels en bladeren. En als het heel droog wordt, stopt dit proces en drogen de plantjes uit. Mossen kunnen dus aangeven hoe gezond de natuur is. Het zijn zogenaamd: prima bio-indicatoren. Vandaar dat er ook speciale aa
ndacht geschonken werd aan soorten die specifiek zijn voor bijzondere milieuomstandigheden en/of een bedreigde leefomgeving. Het gebied werd door de werkgroep drie maal bezocht. Juist op de paden die door het gebied lopen vond men een aantal pioniers, zoals Gewoon aloëmos en een aantal levermossen. En op een van de steilkanten werd het zeer zeldzame Gewoon appelmos gevonden. Om het gebied aantrekkelijk te houden voor mossen adviseert de werkgroep om door te gaan met het verwijderen van opslag, de paden en steilkanten te koesteren zodat niet alleen mossen kunnen floreren, maar ook insecten en de zandhagedis.
Wil je meehelpen bij het natuurbeheer op de Franse Kamp, dan kan dat buiten het broedseizoen op elke tweede zaterdagmiddag van de maand. Kijk op de website of mail naar bennekom@arocha.org.
A Rocha Bennekom beheert in samenwerking met de gemeente Ede een voormalig defensieterrein (Franse Kamp) waar de natuur zich op verrassende wijze ontwikkelt. Het gebied is beperkt, zo’n vier hectare, maar is veelzijdig als het gaat om flora en fauna. Er zijn twee vijvers (voormalige blusvijvers), ruigteopslag, heide, wat oude bomen en het gebied wordt omgeven door naaldbos. Met andere woorden: een gevarieerd gebied op relatief kleine schaal.
Een op de vier dieren op aarde is een kever
De vrijwilligers van de werkgroep A Rocha Bennekom willen graag alles weten over dit bijzondere stuk natuur. Er is veel moois en bijzonders te vinden en ieder heeft zijn eigen specialiteit. In de zomermaanden is er al onderzoek gedaan naar de nachtvlinders op het terrein. En ook daar waren zeker verrassingen bij! Zo ontstond ook de vraag naar een inventarisatie van de kevers. Geen gemakkelijke vraag, want wetenschappers hebben meer dan 350.000 soorten kevers beschreven. Tot nu toe! Dat betekent dat een op de vier dieren op aarde een kever is. Maar Frank van Nunen, van de insectenwerkgroep Ede-Wageningen, wilde de uitdaging graag aangaan.
Keverzoeker en keverkenner met paraplu
Frank van Nunen met keverval
Frank is keverzoeker en keverkenner (coleopteroloog). In het afgelopen jaar was hij eenmaal per maand te vinden in het gebied van de Franse Kamp. Soms gewapend met een schepnet, soms met een omgekeerde paraplu of met andere attributen. Zo kon hij diverse inventarisatietechnieken inzetten om te bepalen hoeveel keversoorten er op het terrein voorkomen. In de zomer gebruikte hij vooral het sleepnet omdat veel insecten dan actief zijn en gemakkelijk te vangen zijn. De omgekeerde paraplu (een zogenaamd klopscherm) werd onder een tak gehouden en als er op de boom getikt werd, vielen er al heel veel soorten naar beneden. Ook maakte hij gebruik van bodemvallen, de zogenaamde potvallen. Dit zijn ingegraven bekers met een afdakje erboven tegen regen en bladval. Op deze wijze worden vooral de levende kevers die op de bodem rondlopen geïnventariseerd. In de zomermaanden nam Frank ook regelmatig een telescoophengel mee zodat hij makkelijk een flesval in de boom kon bevestigen. De flesval werd gevuld met een lokstof, zoals wijn, bier of gistend fruit. Zo kreeg hij een goed beeld van de levende kevers in de bomen. In het voorjaar en in de wintermaanden werd vooral bodemstrooisel en mos gezeefd en werd er bij de blusvijvers met een waternet gewerkt. Opmerkelijk is dat er in alle jaargetijden kevers te vinden waren. De meeste kevers leiden een relatief verborgen bestaan, b.v. in mierennesten in toppen van bomen of in de strooisellaag op de bodem. Voor bezoekers al niet makkelijk op te merken, maar zelfs voor een keverkenner als Frank een uitdaging!
In het donker
Er zijn kevers die het daglicht schuwen en vooral in gangen en spleten in de bodem leven. Maar ook die kevers zijn te inventariseren. Naast de stam van een dode eik plaatste Frank buizen met gaatjes met daar onderin een precies passende beker met een lokstof. Alle vallen werden telkens na enkele dagen geleegd en voorzien van verse lokstof. Twee maal werd er op een zomeravond, in het donker, geïnventariseerd. Er werd een wit laken opgehangen met een UV-lamp ervoor. Hierdoor worden insecten aangetrokken en kunnen ze goed worden bekeken. De resultaten worden dan nauwgezet genoteerd.
Herontdekte kever: de truffelkever!
De herontdekte Choleva spadicea, een truffelkever
Frank is in 2022 het hele jaar actief geweest op het terrein en heeft 5000 kevers waargenomen en gedetermineerd. Dat leverde een prachtig resultaat op: 522 soorten kevers. Dat is iets meer dan 12 procent van alle bekende Nederlandse soorten! De meeste mensen kennen wel het lieveheersbeestje, de meikever, de glimworm of de boktor. Maar heel veel langer wordt de lijst meestal niet. Van veel kevers (Latijnse naam: Coleoptera) is alleen de wetenschappelijke naam bekend en maar een beperkt deel heeft een Nederlandse naam. Zo was er sinds 1967 in Gelderland geen enkele waarneming geweest van de Choleva spadicea (Sturm), een soort truffelkever. Geweldig boeiend dat juist op het gebied van de Franse Kamp van A Rocha Bennekom deze kever na meer dan 50 jaar herontdekt is. Deze soort wordt vaak aangetroffen in ondergrondse nesten van mollen en muizen.
Opvallende kevers
De meest waargenomen keversoort is de bijna 2 cm. grote bosmestkever (Anoplotrupes stercorosus). Deze zwartblauwe mestkever werd overal in het terrein aangetroffen en vliegt bij mooi weer ook regelmatig over het terrein. Deze kever zou zelfs bezoekers kunnen opvallen! De slakkenloopkever is een opvallende verschijning. Deze soort heeft een kegelvormig lichaam en is vrij groot. Het voedsel van deze kevers bestaat uit huisjesslakken. Met hun taps toelopende voorkant kunnen ze makkelijk bij slakken die zich in een huisje hebben teruggetrokken. In en om mierennesten werden soorten waargenomen die op de een of andere manier samenleven met mieren. Vaak profiteren deze soorten, zoals de bruine mierenroofkever, van schuilmogelijkheden en van de aanwezige voedselresten of ze laten zich enigszins verzorgen.
Het ‘egeltje’ – Hispa atra
Een mooie vondst was ook het ongeveer 4 mm grote ‘egeltje’ Hispa atra. Het lichaam van dit exotisch uitziende kleine zwarte kevertje is aan de bovenkant helemaal bezet met gevaarlijke stekels en het was ook voor Frank een bijzonder moment om dit juweeltje aan te treffen. Dat er zoveel soorten kevers gevonden zijn, komt ook door de grote diversiteit van de aanwezige biotopen op het gebied van Franse Kamp. Een uitdaging om deze afwisseling van landschapselementen te behouden. Zo zou de trosvlierstruik, waarvan er maar een te vinden is op het terrein, zeker behouden moeten worden. Hier leeft het bastaardglanskevertje op. Zou de trosvlierstruik verdwijnen, dan ook het bijzonder kevertje.
Tot slot
Frank van Nunen wordt hartelijk bedankt voor zijn inventarisatie van de kevers op het gebied van de ‘Franse Kamp’, evenals zijn twee collega-coleopterologen Theodoor Heijerman en Ruud Jansen die de waarnemingen met hem deelden.
We willen je graag inspireren met hoopvolle verhalen over wat we doen om de natuur te helpen, hoe God hierin onze grote Inspirator is en hoe jij betrokken kunt zijn.